YOGA: WERKEN VANUIT WILSKRACHT OF ONTSPANNING?

 

 

 

Veel yogastromingen voeren eerst een beweging uit en pas daarna kunnen de spieren ontspannen worden. Dit resulteert in bewegingen die vanuit wilskracht worden uitgevoerd.

Dat houdt in dat vooral de oppervlakkige spieren worden ingeschakeld en de diepe houdingsspieren grotendeels niet worden geactiveerd.

Het is beter om eerst de grote bewegingsspieren te ontspannen zodat de houdingsspieren de beweging ontspannen kunnen uitvoeren. Wanneer je een houding inzet vanuit ontspanning kun je gebruik maken van de dieper gelegen houdingsspieren, dan pas kan lichaamsspanning oplossen.

Het is dus van belang dat je ontspant voordat de beweging is gemaakt. Anders richt de beweging zich op wilskracht en kan yoga een soort sport worden. Het gaat juist niet om ‘willen’ en ‘moeten’, want ontspanning laat zich niet afdwingen. Wilskracht vormt juist een basis voor de opbouw van structurele stress. Terwijl we de stress en de spanningen in ons lichaam juist willen doorbreken met yoga.

 

 

ONTSPANNING BETEKENT DE BEWEGING NIET AFDWINGEN DOOR DE WIL

 

Ontspanning staat voor: ontspannen ademhalen, druk, de juiste balans en bewustzijn.

Het zijn juist de oppervlakkige spieren die de vrije beweging blokkeren. Ze zijn erg gevoelig voor spanning en stress.

Door je lichaam in zijn totaliteit te voelen en beheerst te ademen ontspan je de oppervlakkige spieren makkelijker zodat je vrijelijker kan bewegen en je een beter doorstroming van energie krijgt. Zo creëer je balans in het lichaam, zodat je lichaam open wordt en de energie weer vrij kan circuleren.

 

IN EVENWICHT

 

Als de bewegingsspieren ontspannen zijn kunnen de bewegingen niet anders worden uitgevoerd dan via de middellijn, waar de houdingsspieren zitten. Zo blijft het hele lichaam in evenwicht. Je kan vrij blijven ademen en beter ontspannen. De houdingsspieren geven de beweging door naar andere lichaamsdelen. Omdat de bewegingsspieren ontspannen zijn wordt de mobiliteit van wervels en gewrichten enorm vergroot.

Dus door gebruik van minder spieren kan er meer lichtheid worden ervaren in de totaalbeweging.